Van Kelten, Saksen, Slaven en Vikingen
Van Kelten, Saksen, Slaven en Vikingen
9 februari 2014 14.30u
Nieuwe Kerk aan het Spui – Den Haag
concert Ciconia Consort o.l.v. Dick van Gasteren
met muziek- en verteltheater Donderelf
Programma:
Edward Grieg – Holbergsuite opus 40
Mieczysław Karłowicz – Serenade voor strijkers, Opus 2 (Nederlandse première!)
Leo Weiner – Divertimento No 01 opus 20 “Old Hungarian Dances”
P.I. Tsjaikovski – Strijkersserenade in C
Hoeveel van onze zogenaamde ‘hogere (klassieke) kunstmuziek’ is niet geïnspireerd op eenvoudige volksmuziek? Met het programma ‘Van Kelten, Saksen, Slaven en Vikingen’ zal een Europees vierluik worden gepresenteerd dat u voert door verschillende streken van Europa. Voorafgaand aan de verschillende strijkers serenades presenteert muziek- verteltheater Donderelf met volks-troubadour Philip van der Zee, onlangs genomineerd als verteller van het jaar, een volksvertelling uit het land van herkomst (begeleid op Keltische harp).
De composities in dit programma zijn een mix van zelden uitgevoerde met zeer bekende, populaire muziekwerken. Als bijzonderheid mag gelden dat de strijkersserenade van Karłowicz, geschreven in 1897, nog nooit is uitgevoerd in Nederland. Een prachtig romantisch juweel in de stijl van Tsjaikovski zal 9 februari in de Nieuwe Kerk zijn Nederlandse première beleven!
Donderelf
Muziek- en verteltheater ‘Donderelf’ is een professioneel gezelschap dat ruim 15 jaar vertelvoorstellingen met muziek voor jong en oud biedt. Regelmatig verlevendigen zij festivals en evenementen in binnen- en buitenland met vrolijke middeleeuwse volksmuziek op doedelzak en trommel. Daarnaast bieden zij een aantal verrassende poppenvoorstellingen. Naast schoolvoorstellingen door geheel Nederland hebben zij ook voorstellingen verzorgd voor het Mauritshuis in Den Haag, zijn vaste gast in het Archeon in Alphen en het Gravensteen tijdens de Gentse feesten. Muziek en verteltheater Donderelf neemt je mee op reis door de middeleeuwen, naar het begin der tijden, naar vreemde culturen, het binnenste der aarde, andere continenten, naar een tijd van eenvoud, verwondering, sprookjes en legendes. Donderelf biedt voorstellingen geschikt voor verschillende leeftijden, situaties en doelgroepen. Voor volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar hebben ze muziek en vertelvoorstellingen. Voor kleuters spelen ze vaak poppentheater zowel voor als achter de kast. ‘Donderelf’ heeft twee woorden in zich. Donder en elf. Donder is oer, sterk en krachtig. Elf is kwetsbaar, liefdevol en etherisch. De voorstellingen van Donderelf dragen beide kwaliteiten in zich. Vandaar de naam ‘Donderelf’.
Griegs Holbergsuite opus 40 mag gelden als music for the millions. De oorspronkelijk Noorse titel Fra Holbergs tid (uit Holbergs tijd) met als subtitel; ‘suite in oude stijl’ is geschreven in 1884 voor de 200ste geboortedag van de Deens Noorse humanist en schrijver Ludwig Holberg en is gebaseerd op achttiende-eeuwse dansvormen.
De Holbergsuite is oorspronkelijk geschreven als pianowerk en een jaar later door Grieg zelf gearrangeerd voor strijkorkest. De suite bestaat uit een introductie en een serie dansen;
Praeludium (Allegro vivace), Sarabande (Andante), Gavotte (Allegretto), Air (Andante religioso), Rigaudon (Allegro con brio). Het is een charmant stuk in neoclassisistische stijl dat weliswaar niet zo vaak gespeeld wordt als de beroemde Peer Gynt suites maar hier kwalitatief zeker niet voor onder doet.
Mieczysław Karłowicz (1876-1909)
De uitvoering van de serenade voor strijkers (1897) in de Nieuwe Kerk door het Ciconia Consort betreft een Nederlandse première! Karłowicz was een Poolse dirigent en componist, geboren in Belarus in een gegoede familie, zoon van een linguist en musicus. Als kind studeerde hij viool voor welk instrument hij later een vioolconcert schreef, opgedragen aan zijn voormalige leraar Stanislaw Barcewicz, die dit werk uitvoerde samen met de Berliner Philharmoniker onder leiding van Karłowicz zelf. Karłowicz studeerde aan de conservatoria van Warschau en Berlijn onder andere bij Heinrich Urban, aan wie hij als student zijn strijkersserenade opdroeg, en bij Arthur Nikisch.
Karłowicz’s muziek kan worden gekarakteriseerd als laat romantisch. Hij was een groot bewonderaar van Tsjaikovski, wiens invloed in zijn vroege werken goed kan worden gehoord. Zoals veel laat romantische componisten ondergaat ook Karlowicz de invloed van Wagner, Tristan und Isolde in het bijzonder. Desalniettemin is Karlowicz in staat een zeer eigen muzikale taal, harmonie en instrumentatie te ontwikkelen die kan worden geplaatst tussen zijn Poolse collegae Chopin en Szymanowski.
Als zijn belangrijkste werken mogen gelden zijn symfonie in e klein, een vioolconcert, zeven toongedichten en zijn strijkersserenade. Helaas is veel van zijn werk gedurende de tweede wereldoorlog verloren gegaan. Karłowicz stierf in 1909 op 32 jarige leeftijd tijdens een ski-excursie in het Tatragebergte.
De Hongaarse pianist/pedagoog en componist Leo Weiner (1885-1965) was een tijdgenoot van Bartók. Als componist werd Weiner sterk beïnvloed door romantische componisten als Beethoven en Mendelssohn. Weiners gevoel voor orkestrale kleuringen lijken geënt te zijn op Franse componisten die niet door Wagner beïnvloed waren, zoals Bizet. Deze solide en behoudende benadering vanuit de romantiek vormt de basis van zijn stijl met daarbij invloeden van de Hongaarse volksmuziek. Weiner voerde echter geen onderzoek uit naar de muziek op de Balkan (zoals zijn tijdgenoten Bartók en Kodály), maar paste een aantal elementen uit de volksmuziek toe, zonder zijn harmonisch-romantische idioom geweld aan te doen.
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski (1840-1893), Strijkersserenade in C majeur – Opus 48
“De ouverture zal erg uitbundig en lawaaiig zijn, maar heeft geen artistieke waarde omdat ik het zonder warmte en liefde schreef. De serenade daarentegen schreef ik vanuit een opwelling. Het komt voort uit vrijheid van de geest en is niet verstoken van werkelijke waarde.”
(Tsjaikovski in een brief aan Nadezhda von Meck).
Deze overbekende strijkersserenade werd geschreven in 1880, dezelfde tijd als hij werkte aan zijn ouverture 1812, waar hij zelf veel minder enthousiast over was. Toen Tsjaikovski de serenade componeerde, bereidde hij een symfonie of een strijkkwartet voor zoals hij in een brief van 21 september 1880 aan zijn patrones Von Meck liet weten. De vorm van de serenade moest lijken op serenades zoals Mozart die had geschreven, wiens muziek hij bewonderde. Over de bezetting schreef Tsjaikovski op de tweede bladzijde van de partituur dat het naar de wens van de componist was dat er zo veel strijkers als mogelijk moeten meespelen.
Op 3 december 1880 werd de muziek in besloten gezelschap op het conservatorium van Moskou voor het eerst uitgevoerd. De publieke première vond 30 oktober 1881 onder leiding van Eduard Nápravník in Sint Petersburg plaats en werd erg goed ontvangen door critici en publiek.