De weg naar Hollywood
Componisten van het witte doek
Ciconia Consort
Dick van Gasteren, dirigent
Donderdag 4 maart 2021 – St Aegtenkapel – Amersfoort
Thuis luisteren! geen publiek
LIVE STREAM en LIVE Radio 4 Avondconcert
De weg naar Hollywood was eerder te horen in:
Zaterdag 13 oktober 2018 20.15 uur, Nieuwe Kerk, Spui 175 Den Haag
Zondag 14 oktober 2018 15:00 uur, De Doelen, Jurriaanse Zaal Rotterdam
Vrijdag 19 oktober 20.15 uur, Het Concertgebouw, Amsterdam
Vrijdag 26 oktober 20.00 uur, Zeeuwse Concertzaal, Middelburg
Vrijdag 9 november 20.00 uur, Theater Hanzehof, Zutphen
Zondag 11 november 11.00 uur, Parkstad Limburg Theaters, Kerkrade
Programma:
George Antheil (1900-1959) – Serenade for String Orchestra
Bernard Herrmann (1911-1975) – Psycho Suite for Strings
Erich Korngold (1897-1957) – Symphonic Serenade opus 39, (delen 3 en 4)
Igor Stravinsky (1882-1971) – Concerto en re
Samuel Barber (1910-1981) – Adagio for strings
Het Ciconia Consort stapt met ‘De weg naar Hollywood’ in de intrigerende wereld van filmmuziek. Het succes van films is vaak te danken aan de bijbehorende muziek, mooie voorbeelden zijn ‘Schlinder’s List’ van Spielberg of ‘Psycho’ van Hitchcock. Veel gerenommeerde concertcomponisten, zoals Sjostakovitsj en Antheil, schreven graag voor film, maar omgekeerd kwamen ook filmcomponisten zoals Bernard Herrmann (Hitchcock) en Nino Rota (Fellini) terecht in de concertzaal. En dan is er nog de categorie componisten wier werk populair is geworden dankzij de film. ‘Adagio for strings’ van Samuel Barber was het inspirerende leidmotief in de film ‘Platoon’ en kwam daardoor terecht in diverse hitparades. De grote componist Stravinsky poogde daarentegen zijn hele leven verwoed filmmuziek te schrijven, maar het lukte hem niet een entree in Hollywood te vinden. Dick van Gasteren licht met behulp van filmfragmenten de muziekwerken en de werking van muziek in film toe.
George Johann Carl Antheil (1900-1959) was Amerikaans componist en pianist van half-Poolse afkomst. In 1922 vertrok Antheil naar Parijs waar hij als pianist furore maakte en in contact kwam met de avant garde van toen: Erik Satie, Pablo Picasso, de Groupe des Six en zijn grote voorbeeld Igor Stravinsky.
Hij afficheerde zichzelf in de jaren 20 als ‘enfant terrible’, o.a. door optredens, die uitmondden in een rel. In 1923 schreef Ezra Pound een boek over Antheil, ‘Antheil and the Treatise on Harmony’. Pound kwalificeerde Antheil als enige die de muziek werkelijk vernieuwende impulsen heeft gegeven, naar aanleiding van de première van ‘Ballet Mécanique’ (voor 8 piano’s, pianola, 8 xylofoons, twee elektrische deurbellen en het geluid van een vliegtuigpropeller), waarmee Antheil zijn reputatie vestigde.
In 1933 keerde hij terug naar de Verenigde Staten. Vanaf toen werd Antheil gematigder, vooral in compositorisch opzicht. In 1936 verhuisde hij naar Hollywood en schreef daar veel filmmuziek. Uit deze periode stamt zijn werk Serenade for String Orchestra (1948). In 1945 schreef Antheil zijn autobiografie ‘Bad Boy of Music’, waarin hij zeer kritisch is over zijn Europese periode. Antheil was niet alleen musicus. Hij publiceerde over criminologie en schreef een detectiveroman. Hij werkte samen met actrice Hedy Lamarr aan de uitvinding van frequency hopping; een techniek die heden ten dage wordt toegepast in vrijwel alle draadloze digitale communicatietechniek, zoals gps, GSM, Bluetooth en wifi.
Adagio for Strings is een van de bekendste werken van Samuel Barber (1910-1981). Oorsponkelijk is het een tweede deel van zijn eerste strijkkwartet uit 1936. In januari 1938 stuurde Barber een bewerking voor strijkorkest naar de dirigent Arturo Toscanini. De première vond plaats op 5 november 1938 in New York en werd verzorgd door het NBC Symfonie orkest onder leiding van Toscanini.
Barber bewerkte het stuk in 1967 ook voor een achtstemmig koor op de tekst van het Agnus Dei. Dit werk is bekend geworden dankzij de film Platoon van Oliver Stone, en het werk zal in dit programma samen met deze filmbeelden worden uitgevoerd.
Bernard Herrmann (1911 – Hollywood 1975) was een Amerikaans componist. Hij wordt gerekend tot de grote filmcomponisten van de 20ste eeuw. Herrmann begon al op jonge leeftijd met muziek componeren en kreeg al op zijn dertiende een prijs voor een compositie. Voor de filmmuziek voor The Devil and Daniel Webster van William Dieterle ontving hij zijn enige Oscar. Vanaf 1944 begon hij een langdurige samenwerking met 20th Century Fox, met films als Jane Eyre (1944) en The Snows of Kilimanjaro (1953). Maar zijn werk wordt vooral geassocieerd met de films van Alfred Hitchcock, voor wie hij de muziek componeerde voor al zijn films tussen 1955 en 1966: o.a The Man Who Knew Too Much, Vertigo, Psycho en The Birds. Zijn bekendste werk is waarschijnlijk de score voor Hitchcocks Psycho, waarvoor hij enkel strijkinstrumenten gebruikte. Vooral de krijsende vioolmuziek uit de douchescène is bekend. De samenwerking tussen Hitchcock en Herrmann werd beëindigd in 1966, toen Hitchcock zijn muziek voor de film Torn Curtain weigerde. De laatste film waarvoor hij de muziek componeerde was Taxi Driver van Martin Scorsese. Hij stierf enkele uren na het voltooien van de opnames voor deze film. Scorsese droeg de film op aan Herrmann.
Erich Wolfgang Korngold (1897 – Hollywood 1957) was Amerikaans componist van Oostenrijkse afkomst. Hij genoot vooral aanzien in Hollywood als filmcomponist. Onder zijn orkestrale werken en opera’s bevinden zich enkele grootse werken. De opera Die tote Stadt, die Korngolds meesterwerk wordt genoemd, beleefde een simultaan-première in Hamburg en Keulen.
Hij werd het meest beïnvloed door de muziek van Richard Strauss en Giacomo Puccini. Tot in de jaren 1930 reisde Korngold heel Europa door. In 1934 kwam Korngold voor het eerst in Hollywood met de opdracht voor muziek bij de film A Midsummer Night’s Dream te componeren, waarvoor hij de toneelmuziek van Mendelssohn bewerkte. In 1935 werd hem door Warner Bros gevraagd muziek te componeren voor de film Captain Blood. Hierop volgden 18 filmcomposities in 12 jaar tijd. Errol Flynn speelde in veel van de films de hoofdrol. Het waren – voor die tijd – spectaculaire avonturenfilms met exotische locaties, zeegevechten en romantiek. Zijn filmmuziek heeft dezelfde grandeur, pathos en soms bombast als zijn orkestwerken. Korngold noemde deze composities ‘opera’s zonder woorden’. In deze muziek was Korngold een pionier. Zijn wijze van componeren beïnvloedde filmcomponisten als Max Steiner, Franz Waxman, Hugo Friedhofer en John Williams.
Igor Stravinsky (1882 – 1971)
Stravinsky schreef zijn Concerto en re in Hollywood (L.A.) in 1946, in opdracht van Paul Sacher. Het was de eerste compositie die hij schreef in Hollywood nadat hij zijn Amerikaanse nationaliteit had verkregen. Nadat zijn muziek van de Sacre du Printemps ongevraagd (en ongewild) werd gebruikt door Walt Disney in zijn film Fantasia omdat Amerikaanse wet geen Russisch auteursrecht erkende, ondernam Stravinsky diverse pogingen muziek te schrijven voor films. Deze muziekwerken werden tenslotte geen van alle daadwerkelijk gebruikt in de bedoelde films maar leverde wel een aantal belangrijke nieuwe concertstukken. Zo stond de voor Orson Welles bedoelde filmmuziek aan de basis van het middendeel van Ode (1943; W76) en het werk voor de film ‘Het lied van Bernadette van Lourdes’ van Franz Werfel werd het tweede deel van de Symfonie in drie delen (1942/45; W82).