Slavische Rapsodie
Romantiek van het Praags koffiehuis
Ciconia Consort olv Dick van Gasteren
Concerten
Zondag 2 oktober 2022 – 15:00
Nieuwe Kerk, Den Haag UITVERKOCHT
extra’s: diner Pavlov + €26 en educatieve kinderopvang (4-10 jaar) Ciconiarunner €3,50
Donderdag 6 oktober 2022 – 14.30
Rosa Spier Huis, Laren
Besloten concert
Zondag 16 oktober 2022 – 11:30
Theater de Veste, Delft KAARTEN
Vrijdag 21 oktober 2022 – 20:00
Sint-Willibrordusbasiliek, Hulst – Festival van ZVL KAARTEN
Zondag 13 november 2022 – 14:30
Concertgebouw, Amsterdam KAARTEN
Zondag 20 november 2022 – 11:30
Schouwburg Odeon, Zwolle KAARTEN
Programma
LEOŠ JANÁČEK- (1854-1928) – Suite for string orchestra,
BOHULSAV MARTINŮ (1890-1959) – Partita voor strijkorkest
JOSEF SUK (1874-1935) – Meditation on the Old Czech Chorale St. Wenceslas
ANTONÍN DVOŘÁK (1841-1904) – Serenade for strings in E major (2 delen) (4 delen in Amsterdam)
ZOLTÁN KODÁLY (1882-1967) – Hary Janos suite (2 delen) (niet in Amsterdam)
FRANZ LISZT (1811-1886) – Hongaarse Rapsodie no.2, arr. Péter Wolf
Na de eerdere ‘Konditorei-concerten’ in Weense en Hongaarse sferen, richt Ciconia zijn blik nu op de hoofdstad van het oude Tsjechoslowakije. In het Praagse koffiehuis komt men als vanouds samen om literatuur, muziek of de politiek van de dag te bespreken. Reden te meer om in Slavische Rapsodie de zaal te verbouwen tot een Praags koffiehuis, waar u zittend aan een tafeltje met een Tsjechisch gebakje kunt genieten van Boheems-Slavische muziek en folklore.
In het midden van de negentiende eeuw laait in Europa het nationaliteitsbesef op en krijgt men vooral belangstelling voor de eigen geschiedenis, cultuur en folklore. Componisten als Smetana, Dvořák en Liszt putten allen inspiratie uit eigen volksmuziek. Met name de rapsodische vorm manifesteert zich in de Slavische culturen die zich al ver voor Christus over Oost-Europa verspreidden.
Van Homerus tot Queen
Het woord rapsodie is afgeleid van het Griekse rhapsōidos (ῥαψῳδός), een voordrager van epische poëzie (een rapsodist). Homerus is misschien wel de bekendste Griekse rapsode.
Een rapsodie bestaat uit contrasterende gedeelten wat betreft stijl en stemming, die ondanks de vrije episodische vorm toch een eenheid vormen, vaak met een op volksmelodieën gebaseerd thema. De sfeer van spontane inspiratie en improvisatie maakt de rapsodie vrijer van vorm dan de variatievorm.
In de 18e eeuw doet de rapsodie zijn intrede in de muziek met o.a. de Musicalische Rhapsodien (1786), een verzameling liederen met pianobegeleiding van Christian Schubart. De rapsodie is vooral tijdens de romantiek populair. Franz Liszt, die grote interesse had voor het Romani-vioolspel, introduceerde een grootschalig nationalistisch orkest “epos”. Zijn immens populaire en virtuoze Tweede Hongaarse Rapsodie is door Péter Wolf prachtig bewerkt voor strijkorkest.
Ook de suite van Janáček en de serenade van Dvořák vinden hun oorsprong in de rapsodische vorm van onderliggende improvisatie, contrasterende stemmingen en op volksmelodieën gebaseerde thema’s. En, dat de rapsodie sinds Homerus nog steeds van alle tijden is, bewijst het populaire nummer Bohemian Rhapsody van Queen.
Dat de klassieke Slavische muziek folkloristische wortels heeft, uit zich ook in het gebruik van typische volksinstrumenten in de klassieke orkestpartituur. Zo hoort u de cimbalom in Kodály’s Hary Janos Suite, bespeeld door virtuoos op de cimbalom, Dani Luca.